Leden van Delfia weten nog steeds waar ze komend seizoen terecht kunnen

Delfia was vorig jaar één van de slachtoffers van een bezuinigingsronde in de Delftse sportsector. Delft wil dit sportpark afstoten en hier woningbouw realiseren. Voor Delfia bleven al gauw twee opties over. De club kon verhuizen naar het complex van dvv Delft, vlakbij de huidige locatie. Of het kan opnieuw beginnen op de plek waar KFC ’71 in 2010 gestopt was, op Sportpark Tanthof-Zuid. Voordeel van deze locatie is dat Delfia dan weer over een eigen kantine beschikt. De kantine die ooit van KFC ’71 was.

Delfia heeft daarom een voorkeur voor een verhuizing naar Tanthof-Zuid. Er is alleen één probleem: de kunstgrasvelden op dit complex zitten nu al elke doordeweekse avond vol gepland. Het lijkt onmogelijk daar in de planning ook nog eens drie teams van Delfia aan toe te voegen. Dan maar naar dvv Delft? Ook zo’n verhuizing zitten veel haken en ogen aan. Delfia zou er niet over een eigen kantine beschikken en dus de broodnodige inkomsten missen. Bovendien, geeft Delfia-voorzitter Erwin de Graaf, verliest Delfia daar een groot deel van haar zelfstandigheid. “We zijn wel welkom bij dvv Delft, maar we mogen er bijvoorbeeld geen bord van Delfia bij de ingang ophangen.” Bovendien blijkt het ook bij Delft lastig de teams in te plannen tijdens de trainingsavonden.

De tijd begint ondertussen de dringen. Want na maanden van praten, vergaderen en overleggen is er nog steeds geen oplossing voor de bijna 110 jaar oude Delftse vereniging. “Er zijn toch minder mogelijkheden dan de Gemeente Delft dacht”, zegt Erwin de Graaf. “Het is nu eind maart en er wordt nog steeds over knelpunten gesproken. Delfia wil ook volgend seizoen verder met de selectie. Die gasten willen nu wel duidelijkheid. En dat geldt ook voor de andere leden. Ieder lid heeft recht te weten waar we vanaf juli onze activiteiten gaan ontplooien. Haast is geboden. In het laatste gesprek met de gemeente hebben we dan ook gezegd: ga creatief om met de mogelijkheden. Maar in plaats daarvan worden vooral beren op de weg gezien.” Volgens De Graaf zijn er wel degelijk oplossingen te verzinnen. “We kunnen bijvoorbeeld nog even op het huidige veld van Delfia blijven trainen en in het weekend op Sportpark Tanthof-Zuid onze wedstrijden voetballen. Of je kan denken aan de aanleg van een extra kunstgrasveld bij één van de sportcomplexen.” De Gemeente Delft heeft aangeboden om nog een jaar langer op het eigen complex te blijven, maar dit is geen optie, vindt De Graaf. “De kogel is nu door de kerk en daar hebben we vrede mee. Het is niet geloofwaardig als we er nu alsnog een jaar blijven zitten.”

Voor Delfia breken drie spannende maanden aan. “Het is allemaal wat lastig, maar we zijn de hoop absoluut nog niet verloren”, zegt de voorzitter. “We zijn nog steeds positief en creatief genoeg om oplossingsgericht mee te denken met de gemeente.” Delfia krijgt, voor de verkoop van haar kantine, een behoorlijk bedrag mee. De Graaf heeft dit zes-cijferige getal liever niet in de krant. “Maar gezien de verschillende taxaties is het logisch dat we ons niet hebben laten afschepen met een bedrag van 50.000 euro”, kan hij er wel over zeggen. “We gaan dit geld uiteraard niet over de balk smijten, maar willen hier op een nieuwe toekomstige locatie een stukje bijdragen aan wat reëel is. Ook in die zin liggen er best mogelijkheden.” Delfiaan en Onafhankelijk Delft-fractievoorzitter Martin Stoelinga nam afgelopen week contact op met wethouder Raimond de Prez om hem te verzoeken zich in te spannen voor een oplossing. “Ook De Prez vindt het vervelend”, zegt Stoelinga. “Hij heeft gezegd eraan te zullen werken. Het wordt nu wel tijd dat de leden van Delfia weten waar ze aan toe zijn”.

Alle zorgen worden komende periode in elk geval één avond opzij gezet. Op vrijdag 21 april viert de club haar 110-jarig jubileum. “En dat gaat groot gevierd worden. Hierbij wil ik dus een oproep aan alle oud-Delfianen doen om een kaartje te kopen. Zij hebben veel moois om op terug te blikken, maar ook genoeg te speculeren over de toekomst”, aldus voorzitter Erwin de Graaf.